Inleiding:
Een van de eerste zaken waar rijbewijsleerlingen volgens de meeste cursusoverzichten mee te maken krijgen is het onderdeel voertuigcontrole. Je leert hier iets meer over wat er nou zoal op en aan een auto zit, hoe het werkt en waar je op moet letten voordat je gaat rijden. Vervolgens leren zij in de eerste fase van de opleiding hoe het voertuig te bedienen zodat zij de auto min of meer onder controle kunnen houden. Zij leren zo dus iets over controle buiten de auto en controle binnen de auto.
Ik heb echter nog geen cursusoverzicht gezien dat gaat over wat er bij de leerling zelf gebeurd zodra deze achter het stuur aan het verkeer gaat deelnemen. Bijvoorbeeld wanneer zij in het verdere verloop van de opleiding achter het stuur zitten en te maken krijgen met agressief of minder voorspelbaar rijgedrag van medeweggebruikers. Maar ook met het live worden beoordeeld door een paar (extra) vreemde ogen tijdens het latere praktijk examen.
Vanuit mijn opleiding en achtergrond als coach ben ik gespitst op de manier waarop mensen reageren in situaties en wat hier mogelijk aan ten grondslag ligt. In mijn werk als rijinstructeur maak ik natuurlijk dagelijks onverwachte situaties mee. Zowel in het verkeer als de wijze waarop mijn leerlingen hierop reageren. Veel van de leerlingen die aan mij worden doorverwezen vinden het lastig om naast het besturen van de auto ook bij zichzelf te blijven als zij geconfronteerd worden met situaties waarin zij de controle even kwijt dreigen te raken. Sommigen hebben het label, (faal) angstig, ADHD, autisme, perfectionisme meegekregen, maar eigenlijk kun je stellen dat dit in meer of mindere mate op ons allemaal van toepassing is. Dit vraagt om extra begeleiding in de auto.
Er zijn meerdere boeken en leermethodes ontwikkeld om de rijbewijs leerling te ondersteunen bij deze hindernissen. Van praktische tips en trucs die je kunt toepassen tijdens het rijden, tot hersentraining, mindfulness en bewustwording. Ondanks dit alles blijft er een groep die na van alles geprobeerd te hebben er niet in slaagt het rijbewijs te behalen of met een vertrouwd gevoel de weg op te gaan. Een van de kenmerken van de methode Repairing Balance waarin ik ben opgeleid is, dat wij in de coaching naast de hiervoor genoemde vaardigheden de cliënt begeleiden in het bewust worden van gevoelens en hoe hierin te kunnen blijven sturen.
Vanuit de wens meer mensen te begeleiden om (weer) veilig en vertrouwd de weg op te gaan besloot ik er dit artikel over te schrijven. Daarbij realiseer ik me dat ik in dit artikel nooit volledig kan zijn in mijn beschrijving maar hoop dat de nieuwsgierigheid van de lezer wel zodanig wordt gewekt om verder onderzoek te doen.
Klik hier of scrol om verder te lezen:
Peter ter Heegde (Oktober 2023),
WRM rijinstructeur en gecertificeerd coach Repairing Balance.
De dagelijkse praktijk:
Bij het toepassen van het geleerde in eerst eenvoudige en steeds complexere omstandigheden wordt het voor de meeste leerlingen een stuk spannender.(en voor mij het meest interessant). In deze fases van de opleiding hebben zij (en ik) steeds minder controle over wat er om ons heen in het verkeer gebeurd. Dat wat er buiten de auto gebeurd zet bij de leerling een reeks van lichamelijke reacties en gedachten in werking. Deze kunnen op hun beurt weer een spiraal aan gevoelens bij de leerling in beweging zetten. Nu is de vraag niet alleen, hoe blijft de leerling de auto besturen, maar ook hoe blijft de leerling sturen in wat er in zijn (of haar) lichaam loskomt en wil gaan bewegen.
Nou zijn bij de doorsnee leerling “gevoelens” niet direct het eerste waar zij aan denken bij het leren van iets praktisch als autorijden. En dat is ook prima zolang zij er maar in slagen om het stuur stevig in handen te houden. Als dat niet lukt doorloop ik een aantal stappen en als deze niet voldoende verbetering opleveren komen we pas in een later stadium tot de kern of het onderliggende probleem.
Een eerste stap is vaak om puur praktisch te kijken naar zaken waar je wel de controle over hebt. In het verkeer bijvoorbeeld:
Nog vaker en bewuster om je heen en in de spiegels kijken. Zodoende zie je de situatie in ieder geval eerder aankomen. Ook zou je jou eigen vrije ruimte rond de auto beter kunnen bewaken door rondom meer afstand te houden. Je kunt ook zoeken naar “vlucht” wegen of je mentaal voorbereiden op situaties die zich mogelijk zouden kunnen gaan ontwikkelen. Je kunt natuurlijk ook je snelheid erop aanpassen. Gebeurd er desondanks toch iets totaal onverwachts en zit de schrik (of verontwaardiging over zulk asociaal gedrag) er goed in. Wees je dan bewust van wat dit met je doet, haal even diep adem en maak een bewuste keuze of en hoe jij hierop wilt reageren. Zorg er in ieder geval voor dat het niet met je aan de haal gaat of dat je in de situatie blijft hangen. Voor je het weet dient de volgende (onverwachte) situatie zich namelijk al weer aan.
Veel mensen zullen er door oefening en wat goede begeleiding in slagen om met deze tips het stuur wat steviger in handen te krijgen. Het is wel zaak om niet door te slaan en als een “bang vogeltje” de weg op gaan. Dit brengt weer andere problemen met zich mee.
Voor een groep mensen zal de oplossing liggen in het veranderen van hun gedachten over de gebeurtenis. Soms werkt dit, maar vaak geeft dat een tijdelijke oplossing tot het voorval zich in een andere situatie voordoet en het riedeltje weer opnieuw begint. Jouw brein kan de buitenwereld namelijk niet sturen. Sterker nog het blijft het proberen en maakt de situatie vaak alleen maar erger. Het wordt een soort langspeelplaat die blijft hangen in dezelfde groef. Of voor de jongere lezers een computer die in een soort “oneindige loop” terecht komt waardoor de boel uiteindelijk vast loopt. Het geheugen loopt vast, de processor raakt oververhit en bij een laptop is de batterij al gauw leeg of opgebrand.
Kortom ons brein is een fantastisch orgaan voor het oplossen van problemen die zich volgens een vast patroon ontwikkelen. Maar zodra het zich bezig gaat houden met een buitenwereld die totaal onvoorspelbaar is en zich niet laat manipuleren loopt het hierop vast of leeg en dit kost bakken met energie. Zoals in de inleiding reeds opgemerkt is het zeker niet zo dat bovenstaande alleen geldt voor mensen van wie van te voren al bekend is dat zij kampen met faal- of andere angst klachten, perfectionisme, autisme, ADHD of een ander “label”. Zo is er ook nog een grote groep mensen in Nederland die wel een rijbewijs hebben maar niet of alleen nog in zeer beperkte omgeving de weg op gaan. Begeleiding van deze leerlingen vergt bovenop het praktisch begeleiden wel wat extra aandacht voor mijn eigen innerlijk controle systeem. Maar tegelijkertijd maakt dit het werken als rijinstructeur nog interessanter. Maar goed terug naar een stukje theorie over wat er gebeurd als je de controle dreigt te verliezen.
Controle en signalen:
In ons brein: In situaties waar wij geen controle over hebben is er een grote kans dat ons brein met ons aan de haal gaat. We gaan piekeren en blijven hangen in de vraag van het hoe en waarom ? Ons brein is namelijk helemaal niet blij met die situaties. Ons brein is een controlfreak en wil de onverwachte situaties zo snel mogelijk oplossen. Het zal gaan zoeken naar allerlei wegen waarop het de “buitenwereld” zo kan bewegen dat deze weer aansluit op onze wensen en verwachtingen. Ons brein heeft hier een goede reden voor.
Al deze gedachten zetten namelijk ook (bewust of onbewust) onze gevoelens in beweging, en nu wordt het extra spannend. Van kinds af aan is ons brein namelijk goed getraind en heeft zich goed kunnen ontwikkelen. Anders hadden mijn leerlingen nu niet bij mij in de auto gezeten.
Met onze gevoelens is het veelal anders, we ervaren wel dat we ze hebben maar hebben vaak geen idee welke het nou allemaal zijn, hoe ze bewegen en in welke mate ze de kans hebben gehad zich gezond te ontwikkelen. Gevoelens zijn energie en energie wil bewegen wanneer er een positieve en negatieve kant ontstaat. Belangrijk hierbij op te merken is dat de woorden positief en negatief hier niet de gebruikelijke associatie van goed of fout hebben maar het beter is om te spreken van een (on)balans tussen de ene en andere kant. Net als de wind (of onze ademhaling) beweegt van een hoog naar een laag drukgebied. De zee te maken heeft met eb en vloed of ons hart klopt met het ritme van de hartspier.
Onze gevoelens worden voor 100% in beweging gezet door de buitenwereld. (Dit ervaren we als negatief). De mate waarin we hier positieve gevoelens tegenover kunnen stellen wordt bepaald door de mate waarin deze positieve gevoelens de kans hebben gehad zich gezond te ontwikkelen. Wanneer gevoelens niet vrijelijk kunnen bewegen tussen de twee uitersten noemen we dit een onbalans. Hoe deze gevoelens (we hebben er 24!) zich bij jou gezond hebben ontwikkeld, hoe het komt dat ze in sommige gevallen zich niet hebben kunnen doorontwikkelen en wat jij gedaan hebt om de onbalans te compenseren gaat voor nu te ver maar je bent van harte welkom op een workshop of een 1:1 sessie met mij waarin ik je kennis laat maken met hoe ik hier vanuit de methode Repairing Balance naar kijk.
Voor nu is het belangrijk te onthouden dat zodra onze gevoelens wel willen bewegen maar dit niet verder kunnen, wij signalen krijgen. We spreken ook wel van een dynamisch evenwicht zolang onze gevoelens kunnen blijven bewegen. Of een statisch evenwicht als de beweging stopt. Zodra onze gevoelsbeweging van dynamisch naar statisch gaat krijgen we signalen. Dat kunnen signalen vanuit het lichaam zijn (trillen, zweten, huilen, warm krijgen). Gedachten vanuit het hoofd (ik kan het niet, ik zal het nooit leren, zie je wel dat ik een loser ben, wat zullen ze wel van me denken, etc. etc.) Het kunnen ook signalen vanuit het gevoel zijn (Schaamte, Angst, Onmacht, Pijn, Leegte) we noemen dit ook wel emoties.
Voorbeeld uit de praktijk:
Je bent lekker aan het rijden. Alles gaat goed en ineens steekt er uit het “niets” iemand over. Je reageert te laat maar gelukkig zit je instructeur er naast en weet een ongeluk te voorkomen. Afijn een hele “normale” situatie die kan voorkomen terwijl jij aan het leren bent hoe je hier in een volgende situatie beter mee om kunt gaan. Maar in plaats van er op deze manier naar te kijken verlies je volledig de controle over jezelf en bent niet meer in staat de meest simpele handelingen uit te voeren. Voor mij een moment om stil te gaan staan en de leerling te vragen: Wat gebeurd hier nou ? Overigens is dit een vrij heftig voorbeeld en in de praktijk zie ik dat een relatief simpele gebeurtenissen als een (achterop) wachtende auto bij het inparkeren of een rood stoplicht al een dergelijke reactie in gang kan zetten. En soms heeft het helemaal niet te maken met wat er buiten de auto gebeurd maar kan een “verkeerde” blik of opmerking van de persoon op de bijrijdersstoel al een wervelstorm aan gevoelens teweeg brengen.
Door letterlijk stil te gaan staan en aandacht te geven aan wat er zich op dat moment aandient is de leerling meestal wel weer in staat om verder te rijden. Het onderliggende probleem is echter nog niet opgelost. Daar kan de leerling op dat moment ook even niets mee want hij of zij heeft alle aandacht weer nodig bij het verkeer. Wel vraag ik hen hier thuis verder op te reflecteren. Autorijden is en blijft voor een groot deel een cognitieve bezigheid en zolang de leerling diep in zijn gevoel of emotie zit kan hij er met zijn hoofd niet bij zijn. Of zoals een examinator het bij één van mijn leerlingen wat plastischer omschreef. “Je rijdt als een kip zonder kop”. Gelukkig kon deze leerling er de humor wel van inzien en hebben we er gezamenlijk om kunnen lachen. Echter ik zie ook de pijn in de ogen van leerlingen wanneer zij (weer) geconfronteerd worden met hun “falen”. En ja ook de humor kan een methode zijn om daaruit weg te blijven.
Eenmaal op dit punt aangekomen begint bij de meeste leerlingen wel het besef door te dringen dat er onderliggend “iets” om aandacht vraagt. Dit kan een onderliggende disbalans van het gevoel zijn die ze enkel en alleen vanuit het brein proberen op te lossen. In coaching termen zou ik zeggen dat zij een strategie hanteren om een “lek” in het gevoel te dichten.
Hoe nu verder:
Er zijn nu een aantal oplossingsmogelijkheden die mede afhangen van de mate waarin de leerling bereid of in staat is om dieper te kijken/ervaren. Ook speelt de noodzaak tot verandering een rol en in welke mate herkent de leerling deze ervaring uit andere situaties in het dagelijks leven. Veelal geef ik mijn leerlingen in deze fase de opdracht mee om eens langer stil te staan en te onderzoeken welke signalen zij krijgen, waar zij het statische of dynamische in herkennen en de onderzoeksvraag:
Waarom raakt deze gebeurtenis mij zo ? Ondersteunend aan dit onderzoek zal deelname aan een workshop of een 1:1 coaching sessie zeker verhelderend werken.